Column voor HR-Overheid
Beroepsethiek zaak voor het onderwijs Over Bildung en Integritätswissen
Nieuwe studenten bestuurskunde beginnen vaak aan hun opleiding met een motivatie om voor de publieke zaak te werken. Dat vertelde prof. Zeger van der Wal me laatst, de nieuwe hoogleraar op de Ien Dales Leerstoel. “Je ziet bij die studenten duidelijk een public service motivation.” Ze kiezen Bestuurskunde omdat ze iets willen betekenen voor de samenleving. Maar brengen opleidingen en faculteiten deze welwillende, jonge mensen ook de bij-behorende beroepsethiek bij? Dragen zij bij aan de vor-ming van ‘goed ambtenaarschap’, tot integere ambtena-ren, bestuurders en adviseurs? Ik ben er de laatste tijd steeds meer aan gaan twijfelen.
Die twijfel begon met een YouTube-filmpje waarin Joris Luyendijk in debat gaat met de Poolse topeconoom Tomáš Sedlácek1. De twee bogen zich naar aanleiding van de crisis over de vraag hoe ethisch de financiële sector is. In het debat betoogde Luyendijk dat ook de universiteiten, die economie en bedrijfskundestudenten opleiden voor de bankenwereld, flink tekort zijn gescho-ten. Zij besteden namelijk amper tot geen aandacht aan ethische vorming, waardoor het studenten ontbreekt aan het vermogen tot morele reflectie.
Dat bracht me bij de vraag: hoe zit dit bij de overheid en ambtenarij? Is er, gezien de analyse van Luyendijk, niet ook een rol weggelegd voor universiteiten die studenten klaarstomen voor een betrekking bij de overheid? Zouden zij niet ook aandacht moeten besteden aan ambtelijke integriteit en beroepsethiek? Zouden zij de waarden en normen die gelden binnen de publieke dienst niet reeds binnen het curriculum moeten accentueren? Zouden zij hun studenten niet moeten voorbereiden op de ethische dilemma’s en spanningsvelden die inherent zijn aan het werken voor de overheid? Ergo, zouden zij niet al mee vorm moeten geven aan goed ambtenaarschap?
Nu hebben Nederlandse ambtenaren een diverse achter-grond. Maar bestuurskunde is de opleiding bij uitstek die studenten inwijdt in het functioneren van en het werken voor de publieke sector. Het lijkt derhalve logisch dat bestuurskundeopleidingen in hun curriculum expliciet aandacht besteden aan ambtelijke beroepsethiek. Is dat ook zo?
Ik sloeg de literatuur er eens op na. Het studieboek Openbaar bestuur is al decennialang dé bron van vorming en kennis voor bleue eerstejaarsstudenten. Via deze uit-gave leren jonge, enthousiaste mensen het functioneren van en werken voor de overheid voor het eerst kennen. Wat zou ik in zeven opeenvolgende drukken, die een periode van 35 jaar omspannen (1977–2012), kunnen vinden over ambtelijke integriteit en (beroeps)ethiek?De conclusie: weinig, bar weinig. Zowel aan integriteit als aan (beroeps)ethiek wordt amper aandacht besteed in dit boek. Pas in de latere drukken komt het woord ‘inte-griteit’ pas voor in de inhoudsopgaven en registers. Her en der vallen soms wel termen zoals ‘loyaliteit’, ‘neutrali-teit’, ‘de beperking van de vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren’ en ‘vertrouwelijkheid’. Maar in geen enkele druk leggen de auteurs een duidelijke relatie tussen deze thema’s. Hoe kunnen studenten dan zinvol reflecteren op het belang en de betekenis van ambtelijke integriteit?De term ‘(beroeps)ethiek’ valt af en toe. Alleen dan blijft het bij abstracte duidingen van wat beroepsethiek is. Stu-denten wordt niet meegeven wat ambtelijke beroeps-ethiek precies inhoudt en behelst. Wat zijn de waarden en normen van goed ambtenaarschap? Die kennis moet gedeeld worden met studenten: het staat in allerhande modelcodes, het ARAR en het maakt deel uit van de eed-formule. Zonder die informatie blijft een reflectie over ambtelijke ethiek hol, leeg, inhoudsloos. Maar in de hui-dige studieboeken komt het niet voor.
De socioloog Max Weber verbond honderd jaar geleden drie kernbegrippen aan ambtelijk vakmanschap, namelijk ‘Fachwissen’ (inhoudelijke expertise), ‘Dienstwissen’ (weten hoe de hazen lopen) en ‘Geheimwissen’ (omgaan met vertrouwelijke informatie). Prof. Ron Niessen, die eerder de Ien Dales Leerstoel bekleedde, voegde daar het aspect ‘Integritätswissen’ aan toe: op een integere, moreel verantwoorde manier je rol als ambtenaar kunnen invullen. Waar leert een student dat Integritäts-wissen?
Studenten die kiezen voor bestuurskunde zijn gemoti-veerd voor de publieke zaak. Bestuurskundeopleidingen hebben de verantwoordelijkheid om die motivatie vorm te geven, om studenten het vak van ambtenaar bij te brengen. Integritätswissen is een belangrijk onderdeel van ambtelijk vakmanschap, de universiteiten en hoge-scholen zouden er derhalve aandacht aan moeten schen-ken. Maar als ik naar de studieboeken kijk, zou ik er als HRM’er bij de overheid niet te veel op vertrouwen. Zorg er dus voor dat nieuwe collega’s als een speer een uitge-breide introductiecursus krijgen die expliciet ingaat op vakmanschap, ambtenaarschap en integriteit! Inderdaad, veel te laat. Maar helaas hoogst noodzakelijk.
Alain Hoekstra
Als promovendus verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
1 Tomáš Sedlácek en Joris Luyendijk: De economie van goed en kwaad. Zie (vanaf minuut 11): https://youtu.be/Q26_PjQyVjs